Feitjes

1 | De juliaanse kalender berekende schrikkeljaren verkeerd

Vanaf de zestiende eeuw gebruiken bijna alle landen de gregoriaanse kalender, genoemd naar paus Gregorius XIII. Daarvoor gebruikten ze de juliaanse kalender, genoemd naar Julius Caesar. De juliaanse kalender berekende schrikkeljaren op een niet-accurate manier: elk jaar dat deelbaar was door 4 was een schrikkeljaar. Dit klopte niet met de echte tijd die de aarde nodig heeft om rond de zon te draaien.

De gregoriaanse kalender heeft een nauwkeurigere manier om schrikkeljaren te berekenen. Een jaar is een schrikkeljaar als het deelbaar is door 4, behalve als het ook deelbaar is door 100, tenzij het ook deelbaar is door 400. Bijvoorbeeld, 1600 en 2000 waren schrikkeljaren, maar 1700 en 1900 niet. Hierdoor duurt een jaar in de gregoriaanse kalender gemiddeld 365,2425 dagen, wat iets langer is dan een astronomisch jaar. Deze afwijking is echter heel klein: slechts één dag per 3200 jaar.

2 | Schrikkeljaar komt van ‘scricken’

Het woord 'schrikkel' komt van het Middelnederlandse woord ‘scricken’. Middelnederlands was de taal na het Oudnederlands en voor het moderne Nederlands. 'Scricken' betekende ‘met grote passen lopen’ of ‘springen’. Dit past goed bij een schrikkeljaar, want met een schrikkeldag maken we een sprong om het kalenderjaar gelijk te laten lopen met het astronomische jaar.

3 | Er bestaat ook een schrikkelseconde

Als we het hebben over een dag, bedoelen we eigenlijk een zonnedag. Dat is de tijd tussen twee zonsopkomsten op de evenaar, oftewel 24 uur. De aarde draait niet alleen om haar eigen as, maar ook rond de zon. Hierdoor moet onze planeet iets meer dan één volledige draai maken om weer met dezelfde kant naar de zon gericht te staan. In 24 uur draait de aarde dus iets meer dan één keer om haar as. Met andere woorden, een volledige draai van de aarde duurt iets minder dan 24 uur.

Daarom wordt er af en toe een schrikkelseconde toegevoegd aan de tijd. Dit corrigeert het verschil tussen de lengte van een gemiddelde zonnedag en de exacte 24 uur op de klok.

4 | Het jaar 2020 kent ook een schrikkelweek

Blader eens vooruit in je agenda naar de laatste week van het jaar. Je ziet dan niet week 52, maar week 53. Naast schrikkelsecondes en schrikkeldagen (en dus schrikkeljaren) zijn er ook schrikkelweken. Dit zit zo: een kalenderjaar heeft 365 dagen, wat één dag meer is dan 52 weken (364 dagen). Een schrikkeljaar heeft zelfs twee dagen meer dan 52 weken. Na zes jaar heb je daardoor een extra week. Het jaar 2020 had dus, naast een schrikkeldag, ook een extra week.

5 | Sommige wetenschappers willen schrikkeljaar afschaffen

Eind 2011 stelden sterrenkundige Richard Conn Henry en econoom Steve H. Hanke van de Johns Hopkins-universiteit voor om de gregoriaanse kalender te veranderen. Ze willen de kalender zo aanpassen dat Kerstmis (en Nieuwjaarsdag, je verjaardag, enzovoort) elk jaar op dezelfde dag valt.

Henry en Hanke bouwen voort op een idee van Bob McClenon. Ze stellen voor dat elke maand 30 dagen duurt, behalve maart, juni, september en december, die elk 31 dagen hebben. Schrikkeljaren schaffen ze af. Hierdoor duurt elk normaal jaar een dag korter dan nu en elk voormalig schrikkeljaar twee dagen korter. Deze extra dagen worden gecompenseerd door eens in de vijf of zes jaar een ‘mini-maand’ van één week aan de kalender toe te voegen.

De twee wetenschappers zien veel voordelen in hun systeem. Doordat feestdagen elk jaar op dezelfde dag vallen, wordt het voor bedrijven en scholen makkelijker om een jaarplanning te maken. Daarnaast zorgt de verdeling van het jaar in kwartalen van 91 dagen (twee maanden van 30 dagen en één van 31 dagen) ervoor dat berekeningen van rentes eenvoudiger en eerlijker worden, volgens econoom Hanke.

Inmiddels zijn we al een aantal jaar verder en is de voorgestelde kalender van Henry en Hanke nog steeds niet aangenomen. En dat is maar goed ook, want anders zouden de verjaardagen van mensen die geboren zijn op 31 januari, 31 mei, 31 juli, 31 augustus of 31 oktober van de kalender verdwijnen.